18-03-2015 / Artikel

5 vragen die je jezelf af moet vragen

 

E-learning is makkelijk, flexibel en snel. Maar voordat je aan e-learning begint, moet je jezelf wel een aantal vragen afvragen. Wij hebben 5 vragen omtrent e-learning implementeren uitgekozen die veel managers waarschijnlijk over het hoofd hebben gezien!

 

1. Weet je welke veranderingen e-learning in je organisatie zal brengen?

E-learning gebruiken heeft vele voordelen. Denk aan een grote vermindering van opleidingskosten, het besparen van tijd doordat er geen minder trainingen bij komen kijken en de flexibiliteit die het met zich brengt.

Hoewel e-learning dus wel degelijk een tool van de toekomst is en niet weg zal gaan, is e-learning niet de ultieme oplossing voor elk probleem. Soms moet de kern van een probleem op een andere manier opgelost worden. De ontwikkeling van een organisatie spruit voort uit meerdere aspecten. Houd ook in gedachte dat e-learning vaak als ondersteuning van een fysieke training wordt gebruikt bij ‘grotere’ trainingen. Vraag jezelf dus het volgende wat betreft e-learning implementeren af: wat voor impact zal de e-learning daadwerkelijk hebben?

Daarbij is iedere deelnemer anders. Een e-learning zal niet altijd bij de leerstijl van iedere aparte deelnemer passen. E-learning implementeren is meer dan alleen een e-learning module op een probleem plakken. Er moet gekeken worden naar de organisatie, de deelnemers en voornamelijk het doel. Dus wat wil ik bereiken? Waar ligt de kern van de opleidingsbehoefte aan? Dit sluit ook aan op het volgende punt.

 

2. Hoort e-learning implementeren bij de opleidingsstrategie van het bedrijf?

Vaak worden trainingen gegeven om de deelnemers aan een aantal competenties te laten voldoen. Deze competenties zijn op hun beurt ook weer verbonden aan de algemene doelen van de organisatie. Om e-learning lukraak bij de trainingen te gooien, zou daarom dus onverstandig zijn.

Zoals hiervoor gezegd: denk aan het doel. Een e-learning is misschien niet per se geschikt om als primaire trainingsmethode te gebruiken, maar wel zeer effectief als ondersteunende factor. Dit hangt allemaal af van wat er bereikt moet worden; zorg dat e-learning op de juiste plek in de trainingsstrategie van het bedrijf zit. Probeer het gebruik van e-learning en reguliere training dus te balanceren en gelijk te leggen aan de primaire en secondaire (leer)doelen van de organisatie.

 

3. Is er voldoende draagvlak in de organisatie om e-learning te ondersteunen?

Is e-learning nieuw voor een organisatie? Dan is er een grote kans dat medewerkers of zelfs leiders erg sceptisch naar deze nieuwe ontwikkeling zullen kijken. Het is belangrijk dat medewerkers betrokken blijven. Niet alleen voor de betrokkenheid, maar ook voor de mate waarin medewerkers daadwerkelijk wat van de e-learning leren.

Er moet dus voldoende draagvlak binnen de organisatie gecreëerd worden om e-learning implementeren mogelijk te maken. Dit kan het beste door de bovengenoemde leiders binnen het bedrijf. Managers, afdelingshoofden, noem maar op. Zij moeten:

  • Leiders moeten een voorbeeld voor andere deelnemers zijn. In feite moeten zij precies zo reageren en handelen zoals iedere andere deelnemer gewenst zou moeten reageren op deze verandering.
  • Alle leiders moeten het gebruik en de deelname aan e-learning stimuleren en “belonen”.
  • Leiders moeten de controle over de veranderingsmanagement van e-learning hebben; ze moeten daarbij flexibel zijn, met veel empathie en goed met de medewerkers samen kunnen werken.
  • Als laatste hebben zij de verantwoordelijkheid om de hoofdboodschap van de e-learning, of de verandering onder de medewerkers te coachen.

 

4. Welke technologie heb ik voor e-learning implementeren in huis?

Dit is een hele simpele, maar wel een zeer belangrijke. Heb ik de juiste technologie in handen om e-learning überhaupt te laten draaien? Denk hierbij aan de juiste hardware; computers, telecommunicatie apparaten en de juiste ondersteunende software, zoals internetbrowsers die up-to-date zijn. Het loont ook om er eerst achter te komen om welke specificaties een bepaalde e-learning module vraagt.

Er zijn weinig dingen frustrerender dan technologie die tekort schiet. Kijk dus behalve naar gewone computers ook naar de laptops, telefoons, printers, smartphones en andere hardware die binnen het bedrijf in gebruik zijn. E-learning mag dan wel flexibel zijn, maar e-learning implementeren vraagt ook op dit vlak wat voorbereiding.

 

5. Hoe staat het met de basisvaardigheden van de medewerkers omtrent technologie?

Er moet niet alleen naar hardware gekeken worden, maar ook naar de medewerkers zelf. Voor het gebruik van e-learning moeten medewerkers vaak enige ervaring hebben met het gebruik van Windows en het navigeren op internet. Oftewel: de trainer moet zich redelijk comfortabel voelen met het gebruik van hedendaagse standaardtechnologie.

Indien dit ver onder niveau is, kan er altijd gedacht worden aan een snelle on-the-job training of een andere computervaardigheidstraining. Deze trainingen zijn altijd makkelijk te vinden en snel inzetbaar. Als ondersteuning bij de e-learning zelf kan daarbij gedacht worden aan een helpdesk met veel voorkomende vragen die medewerkers kan helpen bij problemen die zij bij de e-learning tegen kunnen komen. Een andere optie zou een leider/supervisor die medewerkers te woord kan staan zijn.