Interessant, en ook zeker ingewikkeld.

Hybride leren is een term die we steeds vaker voorbij horen komen. Zeker geen nieuwe term, in het beroepsonderwijs wordt deze term al jaren gebruikt. Echter heeft de term daar een iets andere betekenis. “Een hybride leeromgeving combineert het schoolse leren en het leren in de beroepspraktijk. Als dit goed met elkaar is verweven, kunnen leerlingen een lesprogramma op maat volgen en komen ze goed voorbereid op de arbeidsmarkt.”

Als wij het hebben over hybride leren dan hebben we het over het organiseren van een training waarbij een deel van de deelnemers fysiek aanwezig is en een deel online. Interessant, en ook zeker ingewikkeld. Want hoe organiseer je een succesvolle training als de deelnemers verspreid zijn over verschillende locaties? Hoe houd je on- en offline deelnemers beide betrokken en geef je ze het gevoel dat ze dezelfde training hebben bijgewoond?

1.     Niet één, maar twee trainingen

Ondanks dat je de deelnemers het gevoel wil geven dat ze dezelfde training hebben bijgewoond, is het belangrijk om te bedenken dat je nu twee trainingen geeft. Een online training en een offline training. Je hebt dus te maken met twee doelgroepen. Steek je programma ook op deze manier in, want beide doelgroepen hebben profijt van verschillende benaderingen.

2.     Didactische moderator

Tijdens de training wil je liever dat de trainer zich vooral kan focussen op het overbrengen van de inhoud. Het is dan fijn als iemand ondersteuning kan bieden bij het bedienen van de knoppen, klaarzetten van de juiste interacties en verzamelen van vragen die binnenkomen via de chat. Wij noemen dit een didactische moderator.

3.     Techniek

Zorg ervoor dat het werkt, dat de deelnemers thuis je ook echt kunnen horen en zien. Mooi is als de online deelnemers ook de offline deelnemers in beeld hebben, dan is het echt alsof ze aanwezig zijn. Verstandig is om naast een didactische moderator ook te kiezen voor ondersteuning van een technische moderator. Dit is vooral prettig bij het testen en bij de eerste keer dat er gebruik wordt gemaakt van online tools.

4.     Testen

Testen, testen, testen. Je wil niet voor verrassingen komen te staan op de dag zelf. Daarom is het belangrijk om je hybride training te testen, zie het als een generale repetitie.

5.     Werkvormen

Zowel on- als offline zijn er veel verschillende werkvormen die je kunt inzetten om een training effectiever, interactiever en interessanter te maken. Bedenk goed dat je o offline werkvormen niet altijd een op een kunt overnemen naar een online training, maak desnoods gebruik van twee verschillende werkvormen. Hier een aantal tools die zowel on- als offline goed werken bij hybride trainingen:

Het rad van

Ja, een rad zoals je die van vroeger kent uit het televisieprogramma ‘Rad van Fortuin’, alleen dan online. Een goede optie is hiervoor is Wheeldecide. Met dit rad kun je deelnemers gemakkelijk de beurt geven, voorkennis checken, toetsen of gewoon een spelletje spelen als energizer.

Quizzen

Het gebruiken van quizzen tijdens trainingen zijn natuurlijk niet nieuw, veel trainers werken al met tools als Kahoot en Mentimeter. Via deze tools kan een quiz vanaf elke locatie gespeeld worden, de deelnemer hoeft enkel in te loggen met zijn telefoon. Voor zowel de on- als offline deelnemer erg geschikt!

Post-it

Een andere slimme tool is Padlet, een online prikbord als vervanger van de post-it. Je geeft deelnemers met een link gemakkelijk toegang het prikbord. Vervolgens kunnen de deelnemers zelf digitale post-its toevoegen aan het prikbord. Fijn voor opdrachten waarbij je meningen en ideeën wil verzamelen of als verzamelplaats voor antwoorden van deelnemers.