Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken komt er steeds meer focus op goed opleiden en bijblijven van de medewerkers, een complexe taak met medewerkers over de hele wereld. René Jillissen heeft samen met Tele’Train al veel verschillende onderwerpen aangepakt. Hoe is hij ooit bij het Ministerie terecht gekomen? En wat drijft hem?
Wil je jezelf voorstellen? Wie ben je, wat doe je bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en hoe ben je hier ooit terecht gekomen?
Ik ben René Jillissen en werk als senior adviseur Leren & Ontwikkelen bij de Academie voor Internationale Betrekkingen. Ik zag 3 jaar geleden een vacature en bedacht me geen moment. Daar wil ik werken! De Academie was toen al bezig met vernieuwende leervormen. Hiervoor heb ik gewerkt bij het Crisiscentrum Infrastructuur en Waterstaat op gebied van crisisopleidingen voor het gehele ministerie. Daarvoor 8 jaar als senior HR-adviseur bij Rijkswaterstaat. Mijn roots liggen eigenlijk in de ICT. In die sector moet je altijd ‘bijblijven’ en misschien is daar wel mijn passie voor continu leren en ontwikkelen ontstaan. Als leidinggevende en HR-Manager ben je vooral bezig met de vraag: hoe kunnen mijn mensen zo goed en plezierig mogelijk functioneren? Dan gaat de rest vanzelf.
Als je denkt aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken dan denken velen van ons al snel aan reizen en werken in het buitenland. Hoe ervaar je dit?
Dat beeld klopt voor een groot gedeelte. Het reizen zit ons in het bloed. De helft van mijn BZ-collega’s werkt in het buitenland als diplomaat in allerlei verschillende rollen. Bij BZ kennen we een systeem van interne mobiliteit. Je werkt een tijdje op een ambassade, in het jargon ‘post’ genoemd. En na gemiddeld 4 jaar rouleer je weer naar een andere plek. En er zijn veel lokaal aangenomen medewerkers op de posten. Er komt steeds meer focus om iedereen goed op te leiden en te laten bijblijven in deze snel veranderende wereld. Als diplomatieke academie proberen we zo veel mogelijk opleidingen en ontwikkeling aan te bieden voor alle doelgroepen, dus in Den Haag, op de posten, maar ook voor internationaal werkende medewerkers van andere ministeries. En zo veel mogelijk tijd en plaats onafhankelijk. Dan hoef je voor je ontwikkeling niet te reizen. Bij mijn eigen reizen naar het buitenland moet ik het vooral van de vakanties hebben. Ik ga graag naar de States, maar de meeste reizen doe ik met de sportfiets in het woon-werk verkeer.
Er lopen veel verschillende projecten naast elkaar bij het Ministerie van Buitenlandse zaken. Met welke projecten hou jij je voornamelijk bezig?
Ik houd me primair bezig met de sector ‘internationale samenwerking’. Van groot belang voor BZ, want daarmee probeer je toch de wereld een beetje beter en welvarender te maken. Ik zorg voor trainingsaanbod op allerlei specialistische onderwerpen, zoals duurzame economische ontwikkeling, zowel klassikaal als online. Maar ik houd me ook bezig met ‘beleid & uitvoering’, dus het beter en resultaatgerichter laten werken van de beleidsmedewerkers. We hebben grote stappen gezet met behulp van opleiding en training. Mijn passie zit echter op gebied van intercultureel effectief handelen. Daar kunnen we als BZ nog veel in groeien. Geldt misschien ook voor Tele’Train in een internationaal speelveld?
Onder deze projecten vallen er ook een aantal projecten in samenwerking met Tele’Train. Hoe ervaar je deze samenwerking?
Ja, met Tele’Train doen we onder andere het leertraject voor ‘Gendergelijkheid en Vrouwenrechten’. De samenwerking met Tele’Train is goed bevallen. Een heldere aanpak van het project en flexibel in de uitvoering. Bij zo’n weerbarstige materie als ‘Gender’ is het van belang dat er voldoende creativiteit wordt ingebracht. Er wordt goed meegedacht, al vanaf de project startup. En daarna wordt een tekst meestal omgetoverd in een fraai storyboard. En op dit moment zijn we maar liefst met 6 andere e-learnings tegelijk bezig.
Hoe kijk jij naar de mogelijkheden van e-learning voor nu en in de toekomst?
Voor nu geldt al dat we niet meer zonder e-learning kunnen. Niet alleen bij BZ voor ons internationale netwerk, maar ook voor alle medewerkers die tijd en plaats onafhankelijk willen leren. We bieden nu echter nog veel kennis-gerichte e-learnings aan. Veel stand alone, maar ook als onderdeel in blended leertrajecten. Het zal nog verder ontwikkelen naar blended, nog meer geïntegreerd in de werkpraktijk. Maar niet alles hoeft groots en meeslepend te zijn. Jullie zijn bij voorbeeld bezig met micro-learning. Ik wil het ‘agile’ hebben, korte ontwikkeltijden, user content gebruiken en als het niet meer relevant is, gooien we het gewoon weer weg. Ook meer gericht op vaardigheden en samenwerking. Maar in alle eerlijkheid, ik vind daarvoor de user-interfaces nog niet goed en spannend genoeg. Er moet meer integratie van technologieën komen, en nog meer creativiteit. De mogelijkheden zijn enorm. Van Tele’Train verwacht ik visie om de klant op dit onderwerp in stapjes mee te nemen. En wij als adviseurs L&O van BZ mogen ook nog wel een sprong maken richting ‘The future of learning’.