21-02-2023 / Artikel

Leerdoelen zijn de kapstok waaraan je alles ophangt

Hoe leren professionals? Hoe kun je iemand het beste kennis, houding of gedrag bijbrengen? Welke middelen kunnen dit leerproces ondersteunen en stimuleren en hoe maak je daar het beste gebruik van? Deze vragen vormen de basis van didactische, onderwijskundige keuzes. Bij Tele’Train zijn leerlandschap, blended learning, adaptief leren en plezier belangrijke pijlers. Daarnaast werken learning developers, learning consultants en grafisch vormgevers altijd samen om de best mogelijke leervormen te ontwikkelen. Aantrekkelijk. Uitdagend. Gericht op het meest optimale leerrendement. Learning developer Sabine Bijvoet en learning consultant Thijs Grift praten vrijuit over hun passie om mensen te verrassen en te verwonderen, zodat ze kunnen groeien als professional en mens.

 

Wat verstaan jullie onder didactiek en hoe werkt didactiek in de praktijk?

Thijs: “Heel basaal is didactiek dat je nadenkt over hoe je de inhoud op een juiste en aantrekkelijke manier overbrengt aan de doelgroep, zodat het een leerrendement oplevert. Wat je wilt bereiken, de leerdoelen, die leg je vast. Deze zijn gericht op kennisoverdracht, het aanleren van vaardigheden en inzicht en het veranderen van gedrag. De didactische modellen zijn gebaseerd op inzichten in hoe mensen leren.”

Sabine: “Als je dit vertaalt naar de praktijk, dan is intrinsieke motivatie een kernbegrip van hoe wij te werk gaan: mensen moeten het leren echt zèlf willen en ze moeten zèlf aan de slag willen gaan met de materie en zichzelf.”

Thijs: “We maken ook didactische keuzes door trainingen blended aan te bieden. Bijvoorbeeld: de kick-off is samen live en introduceert het doel en verkent de inhoud. Daarna volgt een e-learning: je gaat de diepte in op jouw niveau. Vervolgens is er een training met een trainingsacteur die meer gericht is op houding, gedrag, interactie en social learning. Vervolgens kunnen we werkplekleren toepassen voor de transfer naar de praktijk. Allemaal keuzes om het uiteindelijke leerrendement te verhogen. We denken goed na over de kracht van elk onderdeel en maken een bewuste keuze hoe we leervormen het beste kunnen combineren in blended learning.”

NFP 220130 084Lowres
Sabine Bijvoet
Mensen moeten het leren echt zèlf willen en ze moeten zèlf aan de slag willen gaan met de materie en zichzelf.

Werken jullie met een theoretisch model?

Thijs: “Meerdere. Een belangrijke is de zelfbeschikkingstheorie of zelfdeterminatietheorie van Edward L. Deci en Richard M. Ryan (2002) over menselijke motivatie. Aan de basis van psychische ontwikkeling staan drie aangeboren psychologische basisbehoeften: autonomie, verbondenheid en competentie. Deze drie basisbehoeften vergroten ook de intrinsieke motivatie waar Sabine het al over had. Die zelfdeterminatietheorie sluit goed aan bij het leerlandschap dat we voor klanten neerzetten: iedereen kiest zijn eigen leerpad met individuele leeractiviteiten om het gezamenlijke doel van de organisatie te halen. Waar we in dit digitale tijdperk ook op inspelen is het connectivisme, een leertheorie die is beschreven door George Siemens (2004). Hij benadrukt het vermogen van lerenden om kenniselementen uit verschillende kennisbronnen en kennisdragers met elkaar te verbinden. Technologie is daarin belangrijk, omdat het een grote impact heeft op hoe we in 2022 leven, communiceren en leren. Tele’Train staat aan de wieg van e-learning en wij denken altijd na over blended learning. Verder passen we steeds vaker gamification toe, waarbij we spelelementen toevoegen aan online- en offlinetrainingen. Met onze nauwe samenwerking met AtHand kunnen we dit nog meer inzetten.”

Sabine: “Digitaal leren past goed bij de psychische behoefte aan autonomie, omdat je zelf kunt kiezen wat je wanneer in welk tempo gaat doen. Ik denk ook dat wij altijd aansluiten bij de ambitie van de opdrachtgever en de leerbehoefte van de doelgroep: we leveren maatwerk door bijvoorbeeld casuïstiek toe te voegen aan leervormen.” Thijs: “Wij hebben ook altijd oog voor de praktijk: de vertaalslag van e-learning of training naar de werkvloer is erg belangrijk.”

NFP 220130 089Lowres
Thijs Grift
We passen steeds vaker gamification toe, waarbij we spelelementen toevoegen aan online- en offlinetrainingen.

Hoe pas je zelfdeterminatie toe in de praktijk?

Thijs: “In het leerlandschap kunnen mensen op basis van hun motivatie meerdere routes kiezen. Ik ben nu bezig voor een opdrachtgever in de techniek, waarbij we zo’n 70% van de leeractiviteiten hebben vastgelegd voor iedereen. Voor de extra gemotiveerden en de individuele leerbehoefte zorgen we voor adaptief leren en bieden we extra leeractiviteiten aan, zoals video’s en podcasts. Als je gemotiveerd bent of leren leuk vindt, dan kun je een andere uitdagende route volgen.”

Sabine: “Zeker bij e-learnings kunnen we goed inspelen op individuele leerbehoefte en motivatie. Als je het leermateriaal in kleinere blokken aanbiedt, kun je op functie, ervaring en andere parameters zelf je modules kiezen. Zelfs binnen die modules kunnen we op basis van goede en foute antwoorden weer differentiëren en een extra verdiepend aanbod doen of onderwerpen herhalen.”

 

Heeft alles wat jullie maken vooraf gedefinieerde leerdoelen?

Sabine: “Als wij vanaf het begin de regie hebben, dan is het definiëren van leerdoelen een van de eerste stappen: wat wil je dat er gebeurt?”

Thijs: “Ja, leerdoelen zijn de kapstok waaraan je alles ophangt. Soms moet je als consultant de leerdoelen van de opdrachtgever scherper neerzetten. Sabine: “En concrete leerdoelen zijn ook nodig voor de check tijdens het maken en het bepalen van de impact achteraf: komen ze aan bod in de training of e-learning en hebben we de leerdoelen gehaald?”

 

Zijn er naast leerdoelen ook nog meer vaste ingrediënten van jullie didactische aanpak?

Thijs: “Een doelgroepanalyse is een must. Voor wie doen we het? Wat is hun voorkennis? Motivatie? Weerstand? Werkelijke leerbehoefte? Vaak gaan we vooraf al in gesprek met medewerkers van een organisatie. Bijzonder waardevol om te horen wat zij missen en wat zij graag willen leren.”

Sabine: “Soms zien we een gat tussen de leerwens van de aanvrager en de leerbehoefte van de mensen in de praktijk. Dat koppelen we altijd open en eerlijk terug naar de opdrachtgever en zonodig passen wij dingen aan.”

Thijs: “Als je leerdoelen en doelgroep kent, dan kun je daar de meest optimale leervormen voor kiezen. Leerdoelen, doelgroepen en leervormen vormen een innige driehoeksverhouding. Daarmee leggen we een solide basis van een leerlijn of leerroute in het leerlandschap.”

TT content regulier feb 2023 Leren bouwsteen klein2

Wat zijn de randvoorwaarden om te kunnen leren?

Sabine: “Wij geloven dat leren gebeurt als je verrast en verwonderd raakt. Dat is op het randje van je kunnen, net buiten je comfortzone, want daar leer je het meest. Verder moeten wij ervoor zorgen dat leren niet te saai, niet te makkelijk en niet te moeilijk wordt. Daarnaast vinden we al doende leren ook belangrijk; lekker met elkaar aan de slag gaan. Als je op een trainingsdag naar een zender hebt geluisterd, dan kun je na een week het geleerde al niet meer reproduceren. Word je door een trainingsacteur uitgedaagd, dan weet je vaak nog precies wat je hebt gedaan. Als je in een situatie hebt geoefend met een verhoogde hartslag, dan blijven de ervaring en het geleerde beter hangen.”

Thijs: “Hoe je een training start, vind ik ook belangrijk: hoe prikkel je mensen, hoe laat je ze het ongemak voelen van ‘ik vind dit lastig’. Dat begin mag best confronterend zijn, want dan heb je iets om aan te werken. Daarom zet ik in mijn trainingen vaak een hele scherpe casus, stelling of vraagstelling neer, waarbij mensen denken ‘oef maar dat weet ik nog niet’, of ‘dat vind ik heel erg moeilijk’. Even dat ongemak voelen en dan aan de slag; dat verhoogt de motivatie en het leereffect.”

 

Zijn er ook grenzen aan ongemak, prikkelen en uitdagen?

Sabine: “Buiten je comfortzone komen is spannend, dus een prettige sfeer met psychosociale veiligheid is een randvoorwaarde. Verder blijft alles wat je zegt of doet, onder ons en we spelen niets door aan leidinggevenden.”

Thijs: “En fouten maken mag. Dat moet duidelijk zijn.” Sabine: “Ik denk ook dat het helpt als je als trainer open bent en jezelf kwetsbaar opstelt; waar je zelf tegenaan bent gelopen, wat het met je deed en hoe je dit hebt opgepakt.”

NFP 220130 083Lowres
Sabine Bijvoet
Wij moeten ervoor zorgen dat leren niet te saai, niet te makkelijk en niet te moeilijk wordt.

Wat is leidend: didactiek of inhoud?

Thijs: “Het een heeft met het ander te maken. Je kunt didactisch sterk zijn, maar als je inhoudelijk met een mond vol tanden staat, dan kan dat de kans op een succesvolle training verminderen. Zit je erg in de inhoud, maar weet je niet hoe je dit moet overbrengen, dan bereik je ook geen leerrendement.”

Sabine: “Mee eens, ze staan met elkaar in verbinding en ik denk dat je als trainer altijd iets van de inhoud moet weten.” Thijs: “Je moet de deelnemers inhoudelijk ook iets kunnen meegeven. Als ik voor de groep sta, wil ik zelf ook graag vragen over de inhoud beantwoorden, want ook daar komen mensen voor naar mijn training. Inhoud is zeker belangrijk, maar ik vind wel dat dit in het juiste jasje moet worden gegoten; op een doordachte en leuke manier die aansluit bij de mensen waarmee je aan de slag gaat.” Sabine: “Je zelfvertrouwen neemt natuurlijk ook toe als je kennis van de inhoud hebt.” Thijs: “Als ik terugdenk aan goede trainers en docenten, dan zat hun kracht en meerwaarde vaak in mooie praktijkvoorbeelden en persoonlijke ervaringen die ze koppelden aan de inhoud. De inhoud kwam tot leven.”

 

Moet een e-learning of training altijd leuk zijn?

Thijs: “Niet altijd, maar er moeten altijd wel leuke elementen inzitten. Plezier hebben in wat je doet, dat is ook belangrijk om te leren. Een goede sfeer in een groep helpt ook. Op basis van de inhoud zoeken we altijd wel naar leuke, inspirerende en uitdagende werkvormen of spelvormen.”

Sabine: “Onze kracht is dat we altijd samen met grafisch vormgevers een leervorm ontwikkelen. Zij maken van een e-learning een visueel aantrekkelijke ervaring met mooie afbeeldingen, sleepvragen en animaties. Je wordt er echt ingezogen en als het leuk is, dan ben je meer gemotiveerd en dat bevordert het leren.”

Thijs: “Inhoud en vorm toetsen wij voortdurend. Is de inhoud goed, raakt het wat we willen dat er geraakt wordt? Wordt het op een aantrekkelijke en enthousiaste manier gebracht? Leren is leuk en daar horen speelse en ook vernieuwende leervormen bij. Theoretische inhoud kun je ook verwerken in een memoryspel. Zo’n spel is veel leuker, uitdagender en nog competitief ook. Het verhoogt de intrinsieke motivatie om te leren.”

Wat zijn de eigenschappen van een goede trainer?

Sabine: “Je persoonlijkheid en charisma zijn bepalend. Je moet empathisch zijn, goed kunnen luisteren en de doelgroep aanvoelen. Ook vind ik een soort van natuurlijk overwicht belangrijk, zodat mensen echt naar je willen luisteren.”

Thijs: “Een trainer moet de regie over de dag hebben en in staat zijn de regie los te laten als dat nodig is. Je hebt de touwtjes in handen en je weet waar je naartoe wilt. Toch kunnen er momenten zijn dat je iets oppakt dat uit de groep komt. Die sensitiviteit en wendbaarheid moet je hebben. Het kunnen levelen met de groep vind ik ook belangrijk: je moet weten met wie je gaat werken. Dat geeft verbinding. Ga bij een groepsgesprek gewoon lekker tussen de groep zitten en blijf niet op een afstand van de groep staan.”

 

Hebben jullie een rolmodel van een leraar, trainer of coach die grote indruk op je heeft gemaakt?

Thijs: “Ik denk met bewondering terug aan een trainer van de ‘School voor training’ toen ik bij DHL werkte. Hij gaf de training ‘Van deskundige naar trainer’ via de methode van Karen de Galan. Het ontzettend knappe aan die trainer vond ik dat ik gedurende de dag eigenlijk niet het idee had dat hij de trainer was. Hij nam ons gewoon mee door werkvormen, liet ons zelf dingen uitpluizen, gaf daarin begeleiding en stelde kritische vragen. De dag was zo voorbij. Na afloop kon ik zo veel dingen opnoemen die ik had geleerd: waar ik tegenaan was gelopen, over de manier hoe ik mezelf presenteerde, hoe ik voor groepen stond. Dingen die hij niet allemaal had uitgesproken, maar die ik zelf had ervaren door de manier hoe hij me meenam in de dag. Hij tekende en schreef op zijn flipover en dat was zijn belangrijkste gereedschap. Ik werd meegenomen en ontdekte zelf veel, terwijl hij op de achtergrond sturing gaf aan dit proces.”

Sabine: “Ik heb geen grote voorbeelden. Wel moet ik aan de documentaires van Planet Earth denken. In de stem van David Attenborough voel je zijn liefde voor de natuur. Hij neemt je echt mee en je wordt de natuur in gezogen, of je wilt of niet. Mensen die authentiek zijn en goed kunnen vertellen, vind ik inspirerend.”

NFP 220130 089Lowres2
Thijs Grift
Plezier hebben in wat je doet, dat is belangrijk om te leren.

Wanneer zijn jullie voor het laatst verrast?

Sabine: “Ik ben echt verwonderd door de openheid die er binnen de GROW&GO-groep is. We volgen met z’n vieren een traineeship en tijdens trainingen wordt het soms heel persoonlijk en komen er emoties naar boven. Ik vind het zo bijzonder dat mensen zich kwetsbaar op durven te stellen en hun persoonlijke struggle willen delen. Dat brengt ons op vriendschappelijk en collegiaal niveau echt dichter bij elkaar en dat vind ik bijzonder waardevol.”

Thijs: “Onze interne DISC-training over voorkeursstijlen, sterke kanten, communicatie en groeimogelijkheden vond ik geweldig. We brachten lastige situaties in en speelden die na in rollenspellen. Wat een fijne, open en kundige collega’s heb ik toch! Super die inzichten en verschillende perspectieven. Het is echt verrassend hoe veel je kunt leren van elkaar. En wat er ook gebeurde, is dat we elkaar nu nog beter hebben leren kennen.”